1 Montage
Lees voor ingebruikname eerst de installatie-instructies die bij het apparaat worden geleverd.
U kunt deze instructies ook hier vinden
2 Bedienings- en weergave-elementen
2.1 Startscherm
De inhoud van het beginscherm varieert naargelang de bedieningsmodus en de instellingen.
1) Statussymbolen
2) De bovenste balk toont de huidige datum en tijd, het apparaatnummer en de bedrijfsmodus.
3) Temperatuurmeetwaarde(n) en sensornummer.
Als de externe temperatuursensor T2 is aangesloten, worden er twee temperatuurwaarden weergegeven.
Om de doeltemperatuur voor verwarming met overtollige PV in te stellen, tikt u op de onderste temperatuurindicator Tmax (solar) en gebruikt u de pijlen omhoog en omlaag aan de rechterkant van het scherm. Sla de instellingen vervolgens op door op de knop hieronder te klikken.
Om de doeltemperatuur voor de optionele temperatuurbeveiliging in te stellen, raak je de bovenste temperatuurindicator Tmin (Boost) aan en ga je op dezelfde manier te werk.
4) Stroomtoevoer.
In de M3-bedrijfsmodus wordt de voedingsbalk automatisch uitgebreid met de extra voeding naar het AUX-relais.
5) De knop "Single-Boost" verschijnt wanneer een back-upmodus geactiveerd is. Als je op deze knop drukt, wordt een single-boost gestart. Deze modus kan tijdens het proces worden gedeactiveerd; als de back-up automatisch plaatsvindt vanwege de dag van de week, de tijd en de temperatuur, kan deze niet met de knop worden gedeactiveerd.
6) In de bedrijfsmodus M1 wordt de status van het AUX-relais weergegeven, mits de instelling "AUX-relais bij warmteafgifte activeren" is ingeschakeld. Zie hoofdstuk "Speciale instellingen in de webinterface".
In de bedrijfsmodus M3 wordt de status van het AUX-relais weergegeven.
7) Zie paragraaf "Datalogger (intern op apparaat)". Dit moet worden onderscheiden van gegevensregistratie in de live.my-pv.com cloud. Zie paragraaf "Cloudmodus".
8) Zie de sectie "Statusinformatie op het scherm".
9) Met de homeknop keer je altijd terug naar het beginscherm.
10) Instellingen
Zie het hoofdstuk "Algemene instellingen" voor de algemene instellingen van het apparaat, en het hoofdstuk "Bedrijfsmodi" voor instellingen die specifiek zijn voor de bedrijfsmodus. Daarnaast zijn er apparaatinstellingen die alleen via de webinterface kunnen worden gemaakt, maar niet op het scherm. Zie sectie "Speciale instellingen op de webinterface".
11) Ondersteuning
Na het indrukken van de knop verschijnt er een kort bericht over de huidige weergave op het scherm. In de webinterface wordt de knop gebruikt om toegang te krijgen tot documenten met betrekking tot de AC ELWA 2 op de my-PV startpagina.
2.2 Datalogging (intern op het apparaat)
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het interne gegevenslogboek en het online gegevenslogboek in de live.my-pv.com cloud. Zie Cloudmodus.
De geregistreerde prestatiegegevens, tellerstanden en temperaturen kunnen op elk moment worden bekeken. Met de knop "Openen" kun je de betreffende waarden selecteren. Met de knop "Kalender" is het mogelijk om ze weer te geven in de drie weergaven van het huidige jaar, de huidige maand of de huidige dag.
Tip
Tik in het diagram direct op de verschillende balken om de gegevens op het volgende detailniveau weer te geven en op de knop van de datalogger om terug te gaan naar het vorige niveau!
De volgende gegevens kunnen worden weergegeven:
Totaal vermogen: toont de som van de vermogenswaarden van AC ELWA 2 en de dompelverwarming naar het AUX relais. De oranje balken tonen het overtollige PV-vermogen dat wordt gebruikt, de roze balken tonen het aandeel energie van het elektriciteitsnet bij gebruik van de optionele temperatuurbeveiliging of in de legionellamodus.
Meter: Toont de waarden van alle energie die van het net wordt afgenomen (blauw), inclusief huishoudelijke verbruikers en de energie die in het net wordt geïnjecteerd (oranje) op het aansluitpunt voor huishoudelijk gebruik.
Vermogen 1: Toont de vermogenswaarden voor de AC ELWA 2.
Vermogen 2: toont de vermogenswaarden voor de externe dompelverwarming op het AUX-relais.
Temperatuur 1 en 2: toont de meetwaarden voor de temperatuursensoren.
2.3 Statusinformatie op het scherm
De waarden van alle variabelen die relevant zijn voor de werking worden weergegeven in een lijst.
Totaal vermogen: toont het huidige vermogen van de AC ELWA 2.
Meter: Toont de huidige waarde van de meter op het meetpunt. Een positieve waarde betekent dat er stroom wordt afgenomen van het net, een negatieve waarde betekent dat er stroom wordt toegevoerd aan het net.
PV: Als er een corresponderend meetpunt is ingesteld in de webinterface onder Instellingen, is de PV-uitgangswaarde hier beschikbaar. Zie Instellingen meetwaarde.
Temperatuur 1: Huidige gemeten waarde van interne temperatuursensor T1.
Temperatuur 2: Huidige gemeten waarde van externe temperatuursensor T2.
Power 1: huidig vermogen van de ELWA 2 AC dompelverwarming.
Power 2: stroom van het externe dompelverwarmingselement op het AUX-relais.
IP: Geeft het huidige IP-adres van de AC ELWA 2 weer.
Ctrl IP: Toont het huidige IP-adres van de signaalbron. Daarnaast verschijnen de aanduiding van de signaalbron en de huidige meetwaarde in de regel eronder. Een positieve waarde geeft een verwijzing naar het netwerk aan, een negatieve waarde een injectie in het netwerk.
Status: geeft de huidige status van het apparaat aan.
Netspanning: geeft de huidige ingangsspanning aan.
Frequentie: geeft de huidige netfrequentie aan.
Temperatuur vermogensmodule: Toont de huidige temperatuur van de vermogenselektronica.
Ventilator: Toont de huidige snelheid van de interne ventilator.
Serienummer: Toont het serienummer van het apparaat.
MAC-adres: Toont het MAC-adres van het apparaat.
Hardwareversie: Toont de status van de geïnstalleerde hardware.
Versie: Geeft de huidige firmwareversie van de controller weer.
Co Version: Geeft de huidige versie van de firmware van de co-controller weer.
LT Version: Geeft de huidige firmwareversie van de powermodule weer.
Apparaatnummer: Geeft het ingestelde apparaatnummer weer. Dit is ook zichtbaar op het startscherm.
Bedrijfsmodus: Toont de ingestelde bedrijfsmodus. Dit is ook zichtbaar op het startscherm.
Status SEV-relais: toont de huidige status van het relais (0 of 1).
AUX-relaisstatus: toont de huidige status van het relais (0 of 1).
Cloudstatus: ongeacht of de cloudmodus actief is of niet, geeft dit aan of de my-PV cloudserver toegankelijk is. Als hier "99, Timeout" wordt weergegeven, stuur dan het serienummer van 16 cijfers naar support@my-pv.com.
3 Inbedrijfstelling
Het apparaat wordt geleverd met een snelstartgids waarin elke stap van de eerste ingebruikname in detail wordt uitgelegd. U kunt deze instructies ook hier vinden
3.1 Mogelijke signaalbronnen
Signaalbron | Hardware interface | Notities |
---|---|---|
my-PV Power Meter Direkt | Directe verbinding (RJ45, Ethernet) | De verbinding met de my-PV Vermogensmeter wordt rechtstreeks tot stand gebracht zonder netwerk. In het geval van de AC ELWA 2 kan een standaard ethernetkabel worden gebruikt voor dit type verbinding. Een crossover netwerkkabel (zoals vereist voor AC-THOR of AC ELWA-E) is niet nodig. De my-PV stroommeter is in 2022 vervangen door de my-PV WiFi-meter. Met de my-PV WiFi-meter is geen directe verbinding mogelijk! |
my-PV API | LAN | Voor bediening via het internet, zie hoofdstuk 'Bijzondere instellingsmogelijkheden in de webinterface'. |
my-PV WiFi Meter (Modbus RTU) | Modbus RTU | Verbinding mogelijk vanaf WiFi meter serienummer: 230505XXXX! Om de my-PV Cloud te gebruiken, is het aanbevolen om ook de AC-THOR in het netwerk te integreren! |
Adjustable Modbus RTU | Modbus RTU | Niet selecteerbaar op het scherm, de configuratie wordt uitgevoerd via de webinterface. Netwerktoegang (RJ45, Ethernet) is daarom tijdelijk noodzakelijk, in ieder geval voor inbedrijfstelling. Via RS485 kan de AC ELWA 2 alleen werken als Modbus RTU master. Vrij programmeerbare besturing is daarom niet mogelijk. Zie hoofdstuk "Speciale instelmogelijkheden in de webinterface". |
Adjustable Modbus TCP (Sunspec etc) | Netzwerk | Niet selecteerbaar op het scherm, de configuratie gebeurt via de webinterface. Zie sectie "Speciale instellingen in de webinterface". |
Carlo Gavazzi EM24 Manual | Netzwerk | Gevalideerd voor metertype EM24 met Modbus TCP. |
Frequentie | Netwerkverbinding | Kan alleen worden ingesteld als aan de systeemvoorwaarden wordt voldaan. Zie hoofdstuk "Frequentieregeling". |
Growatt (Modbus RTU) | Modbus RTU (RS485, A B GND) | Het stuursignaal wordt ontvangen via Modbus RTU (RS485, A B GND)! Growatt aansluittoewijzing voor RS485: Opmerking: Omvormers die geen SPH-UP zijn, moeten mogelijk worden bijgewerkt naar de nieuwste firmwareversie om te kunnen communiceren via RS485, volgens Growatt. Om dit te doen, stuur het serienummer van Growatt en een korte uitleg naar service.de@growatt.com. |
http | Netwerk | Voor besturing door vrij programmeerbare energiemanagementsystemen of slimme huissystemen is een beschrijving van de open protocollen Modbus TCP en http beschikbaar in een apart document. De verbinding met de signaalbron wordt gemaakt via LAN. De beschrijving is hier te vinden of op www.my-pv.com/en/info/downloads/ met de zoekterm "Controls". |
IME Conto D4 Modbus MID (Modbus RTU) | Modbus RTU (RS485, A B GND) | Het stuursignaal wordt ontvangen via Modbus RTU (RS485, A B GND)! Getest door my-PV met IME Conto D4 Modbus MID. |
MEC elektronica handleiding | Netwerk | Gevalideerd voor het type MECmeter. |
Modbus TCP | Netwerk | Voor besturing door vrij programmeerbare energiemanagementsystemen of slimme huissystemen is een beschrijving van de open protocollen Modbus TCP en http beschikbaar in een apart document. De verbinding met de signaalbron wordt gemaakt via LAN. De beschrijving is hier te vinden of op www.my-pv.com/en/info/downloads/ met de zoekterm "Controls". |
QCELLS (Modbus RTU) | Modbus RTU (RS485, A B GND) | Het stuursignaal wordt ontvangen via Modbus RTU (RS485, A B GND)! Getest door my-PV met Q.VOLT HYB-G3 5.0 kW 1P, baudrate 115200. Volgens informatie van Q CELLS ondersteunen de apparaten in de Q.VOLT HYB-G3 serie RTU-communicatie. De juiste communicatieverbinding met de Q.VOLT HYB-G3 omvormer is te vinden in de handleiding van Q CELLS. |
RCT Power Manual | LAN | |
Slave | Netwerk | Kan niet handmatig worden geselecteerd. Zie het gedeelte "Meerdere apparaten". |
Steca Auto | Modbus RTU (RS485, A B GND)LAN |
3.2 Frequentieregeling
Kan alleen worden ingesteld als aan de vereiste configuratie is voldaan.
3.2.1 Verklaring
In AC-eilandsystemen kunnen batterijomvormers de netfrequentie wijzigen afhankelijk van de ladingstoestand van de batterij. Bij frequentieregeling wordt de ELWA 2 AC dus via de netaansluiting van stroom voorzien. Er is geen communicatiebekabeling nodig!!
Zodra frequentieregeling is geselecteerd als signaalbron, verschijnt de gemeten waarde op het scherm in de rechterbenedenhoek, boven de helpknop.
Tip
Met meerdere apparaten kun je verschillende frequentiebereiken definiëren. Dit maakt het mogelijk om prioriteit te geven aan verschillende warmtebronnen, zelfs zonder de multimodusinstelling!
3.2.2 Systeemvereisten
Hardwareversie: 1.5A of hoger
Firmwareversie: e0000600 of hoger
Firmwareversie van voedingsmodule ep102 of hoger
3.2.3 Specifieke instellingen voor frequentieregeling
Frequentie
Het frequentiebereik waarin het instelbare vermogen continu wordt uitgezonden, kan worden aangepast. Een bereik tussen 45 en 65 Hz is beschikbaar als ondergrens (geen vermogen) en bovengrens (maximaal vermogen). De standaardwaarden zijn 50 Hz en 51 Hz. Het frequentiebereik moet minstens 0,5 Hz zijn!
Max. aantal Vermogen
Het maximale ingangsvermogen is erg belangrijk in eilandnetten. Als het beschikbare vermogen van de fotovoltaïsche installatie kleiner is dan het vermogen van de AC ELWA 2, dan is begrenzing noodzakelijk.
3.3 PWM-regeling met 3 - 24 V DC-spanning van een externe bron
De AC ELWA 2 kan ook werken met een variabel vermogen via een extern PWM-signaal. De bijbehorende signaalingang bevindt zich op de 8-polige connector, waarop ook de externe temperatuursensor T2 is aangesloten.
Deze regeling is onafhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus. Als er een PWM-signaal beschikbaar is, worden eventuele andere regelsignalen ook overbelast.
Als de temperatuurspaarmodus is ingesteld, blijft deze geldig.
Zodra er een PWM-signaal aanwezig is, wordt dit als percentage weergegeven in de rechterbenedenhoek van het scherm, boven de helpknop.
4 Gebruiksmodi
4.1 Bedrijfsmodus M1: warm water 3,5 kW
4.1.1 Verklaring
In deze bedrijfsmodus wordt de dompelverwarming continu gevoed door de overtollige PV op de elektronica totdat de doeltemperatuur is bereikt op de interne sensor T1.
4.1.2 Optie temperatuurbeveiliging
Als optie kan de AC ELWA 2 ook een minimumtemperatuur garanderen. Er zijn twee veiligheidsmodi beschikbaar in de bedrijfsmodus M1. Zie "Specifieke instellingen voor bedrijfsmodus M1".
Tip
Gebruik hiervoor de externe temperatuursensor T2. Op deze manier wordt alleen het volume boven de sensor verwarmd tot de minimumtemperatuur, terwijl als er een overschot is, de volledige inhoud boven de weerstand wordt gebruikt.
4.1.3 Parameters die specifiek zijn voor de bedrijfsmodus M1
WW 1 Temperaturen
Het is mogelijk om de maximumtemperatuur in te stellen die kan worden bereikt op de interne temperatuursensor T1 als gevolg van overmatige PV (fabrieksinstelling: 60°C).
Als de optionele instelling voor automatische temperatuurbeveiliging is geactiveerd in het rechtervenster (fabrieksinstelling: gedeactiveerd) of als de instelling "ZLVS-relais" is geselecteerd, is het ook mogelijk om een minimumtemperatuur in te stellen (fabrieksinstelling: 50°C).
Tip
Beide temperaturen kunnen ook worden ingesteld vanuit het Beginscherm. Druk op de temperatuurindicatoren en gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag aan de rechterkant van het scherm. Sla de instellingen vervolgens op met de knop eronder.
Veiligheidsmodus "Aan" :
In de veiligheidsmodus "On" wordt de dompelverwarming voorzien van maximaal vermogen op de elektronica. Dit kan leiden tot stroomopname van het lichtnet of het ontladen van een accu!
Veiligheidsmodus "ZELVS-relais" :
Als alternatief kan de minimumtemperatuur ook worden gehandhaafd door een externe warmtebron vrij te geven. Dit gebeurt via een potentiaalvrij contact. Raadpleeg de installatie-instructies in het hoofdstuk "Aansluiten" voor meer informatie over het bedraden van het potentiaalvrije contact.
De externe temperatuursensor T2 is altijd vereist voor de veiligheidsmodus "ZELV-relais" en moet altijd op het reservoir boven de AC ELWA 2 worden gemonteerd om een bruikbaar meetresultaat te verkrijgen!
Hoe het werkt | Opties voor back-up | |||
---|---|---|---|---|
M1 Zonder T2 externe sensor | stoppen | geactiveerd Verzekering met AC ELWA 2 | - | - |
M1 Met T2 externe sensor | stoppen | geactiveerd Verzekering bij AC ELWA 2 | SELV-Relais | - |
WW 1 min Omschakeltijd
Deze instelling kan worden geselecteerd als de temperatuurbeveiliging niet op "Off" staat onder "Warm water 1 temperatuur".
Er zijn twee tijdspannes beschikbaar om de minimumtemperatuur te handhaven. De begin- en eindtijd kunnen met hele uren worden aangegeven. De fabrieksinstelling voor de schakeltijden is 17-23 en 5-7.
Tip
Beperk de uren waarop de minimumtemperatuur moet worden gerespecteerd tot de ochtend en de avond om je zelfverbruik van fotovoltaïsche energie overdag te verhogen!
WW 1 min Kranten van de week
Deze instelling kan worden geselecteerd als de temperatuurbeveiliging niet is ingesteld op "Uit" onder "Warm water 1 temperaturen".
Je kunt de dagen van de week selecteren waarop de minimumtemperatuur moet worden aangehouden. Standaard zijn alle dagen van de week geactiveerd.
Legionella-programma
Om de hygiëne van het drinkwater te garanderen, kun je een periode instellen tot wanneer een instelbare minimumtemperatuur opnieuw moet worden bereikt nadat de interne sensor T1 deze waarde voor de laatste keer heeft bereikt. Het aantal dagen van deze periode kan worden ingesteld tussen 1 en 14. Het aantal dagen in deze periode kan worden ingesteld tussen 1 en 14, en het tijdstip waarop het anti-legionellaprogramma moet worden gestart kan worden gedefinieerd. Standaard is het aantal dagen 7, de starttijd is 20.00 uur, de temperatuur is 60°C en het anti-legionellaprogramma staat op "Uit".
De AC ELWA 2 wordt dan op maximaal vermogen gevoed totdat de legionella temperatuur wordt bereikt op de interne sensor T1. Dit kan ertoe leiden dat er stroom van het lichtnet wordt afgenomen of dat een batterij wordt ontladen!
4.2 Bedrijfsmodus M3: warm water 3,5 + 3 kW
4.2.1 Verklaring
In deze bedrijfsmodus wordt naast AC ELWA 2 nog een dompelverwarming voorzien van overtollige PV, totdat de doeltemperatuur is bereikt op de interne sensor T1. Alleen AC ELWA 2 kan worden geregeld; het andere dompelverwarmingstoestel wordt ingeschakeld zodra er voldoende overschot is. Als dit het geval is, start AC ELWA 2 de vermogensregeling opnieuw vanaf 0. Dit vergroot het totale regelbereik.
De dompelverwarming wordt voor het eerst ingeschakeld wanneer een overschot van 3kW wordt overschreden. Zodra er een meetwaarde voor de belasting beschikbaar is, wordt deze in aanmerking genomen als de schakeldrempel voor verdere werking!
Tip
In deze bedrijfsmodus raden wij uitdrukkelijk aan om een my-PV Meter te gebruiken om de ELWA 2 AC aan te sturen!
Als het vermogen van de geschakelde belasting later wordt verlaagd (bijvoorbeeld door een wijziging in de installatie), moeten de fabrieksinstellingen worden hersteld.
4.2.2 Optionele temperatuurbeveiliging
Als optie kan de AC ELWA 2 ook een minimumtemperatuur garanderen op de externe sensor T2. In bedrijfsmodus M3 zijn drie veiligheidsmodi beschikbaar. Zie "Specifieke instellingen voor bedrijfsmodus M3".
4.2.3 Specifieke parameters voor bedrijfsmodus M3
WW 1 Temperaturen
Het is mogelijk om de maximumtemperatuur in te stellen die kan worden bereikt op de interne temperatuursensor T1 als gevolg van overmatige PV (fabrieksinstelling: 60°C).
Als de optionele instelling voor automatische temperatuurbeveiliging "ingeschakeld" is in het rechtervenster (fabrieksinstelling: uitgeschakeld), of als de instelling "ZELV-relais" of "AUX-relais" is geselecteerd, is het ook mogelijk om een minimumtemperatuur in te stellen (fabrieksinstelling: 50°C).
Tip
Beide temperaturen kunnen ook worden ingesteld vanuit het Beginscherm. Druk op de temperatuurindicatoren en gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag aan de rechterkant van het scherm. Sla de instellingen vervolgens op met de knop eronder.
Back-upmodus "Ingeschakeld
In de veiligheidsmodus "On" wordt de dompelverwarming maximaal gevoed door de elektronica en de dompelverwarming door het AUX-relais. Dit kan leiden tot stroomopname van het lichtnet of het ontladen van een accu!
Beveiligingsmodus "ZELVS-relais" :
Als alternatief kan de minimumtemperatuur worden gehandhaafd door een externe warmtebron vrij te geven. Dit gebeurt via een potentiaalvrij contact. Raadpleeg de installatie-instructies in het hoofdstuk "Aansluiten" voor meer informatie over het bedraden van het potentiaalvrije contact.
Beveiligingsmodus "AUX-relais
De derde mogelijkheid is dat de minimumtemperatuur alleen wordt gehandhaafd door het dompelverwarmingstoestel dat is aangesloten op het AUX-relais. In dit geval kan er stroom van het lichtnet worden afgenomen of kan de accu worden ontladen!
Tip
De beveiligingsmodus "AUX-relais" heeft het voordeel dat de onderste opslagruimte "vrij" blijft voor overtollige PV en er meestal minder energie nodig is voor temperatuurbeveiliging.
Bedrijfsmodus | Back-up opties | |||
---|---|---|---|---|
M3 Externe sensor T2 vereist | Aus | Op Beveiligen met AC ELWA 2 + verwarmingselement op AUX relais | SELV-Relais | AUX-Relais |
WW 1 min Reactietijd
Deze instelling kan worden geselecteerd als de temperatuurbeveiliging niet op "Off" staat onder "Warm water 1 temperatuur".
Er zijn twee tijdspannes beschikbaar om de minimumtemperatuur te handhaven. De begin- en eindtijd kunnen met hele uren worden aangegeven. De fabrieksinstelling voor de schakeltijden is 17-23 en 5-7.
Tip
Beperk de tijden waarop de minimumtemperatuur moet worden gerespecteerd tot de ochtend en de avond om je zelfverbruik van fotovoltaïsche energie overdag te verhogen!
WW 1 min Weekdagen
Deze instelling kan worden geselecteerd als de temperatuurbeveiliging niet is ingesteld op "Uit" onder "Warm water 1 temperaturen".
Je kunt de dagen van de week selecteren waarop de minimumtemperatuur moet worden aangehouden. Standaard zijn alle dagen van de week geactiveerd.
Legionella-programma
Om de hygiëne van het drinkwater te garanderen, kun je een periode instellen tot wanneer een instelbare minimumtemperatuur opnieuw moet worden bereikt nadat de interne sensor T1 deze waarde voor de laatste keer heeft bereikt. Het aantal dagen van deze periode kan worden ingesteld tussen 1 en 14. Het aantal dagen in deze periode kan worden ingesteld tussen 1 en 14, en het tijdstip waarop het anti-legionellaprogramma moet worden gestart kan worden gedefinieerd. Standaard is het aantal dagen 7, de starttijd is 20.00 uur, de temperatuur is 60°C en het anti-legionellaprogramma is "Uit".
De AC ELWA 2 en de externe dompelverwarming aangesloten op het AUX relais worden dan gevoed met maximaal vermogen totdat de legionella temperatuur wordt bereikt op de interne sensor T1. Dit kan ertoe leiden dat er stroom van het lichtnet wordt afgenomen of dat een batterij wordt ontladen!
5 Algemene parameters
Raadpleeg het gedeelte "Bedrijfsmodi" voor specifieke instellingen voor de verschillende bedrijfsmodi. Daarnaast zijn er enkele apparaatinstellingen die alleen via de webinterface kunnen worden uitgevoerd, maar niet op het scherm. Zie het gedeelte "Speciale instellingen op de webinterface".
Tijdzone: selecteer in de Engelse lijst eerst het continent, dan het land en eventueel de stad (nodig voor landen met meerdere tijdzones).
Datum: de datum kan worden ingesteld in het formaat dd.mm.jj. Als er een internetverbinding beschikbaar is, haalt het apparaat deze instelling automatisch van een tijdserver.
Tijd: de datum kan worden ingesteld in het formaat uu:mm:ss. Als er een internetverbinding beschikbaar is, haalt het apparaat deze instelling automatisch van een tijdserver.
IP DHCP/static: DHCP is standaard ingeschakeld, wat betekent dat het apparaat een IP-adres krijgt van de router waarmee het verbonden is. Dit werkt alleen als de router is geconfigureerd als DHCP-server. Als er geen DHCP-server actief is op het netwerk of als een statische toewijzing gewenst is, is een vaste IP-adressering vereist.
IP-adres: Kan alleen worden ingesteld als "Statische IP" is geselecteerd en er geen directe verbinding is met de my-PV Vermogensmeter (nu vervangen door de my-PV WiFi-meter).
Subnetmasker: Alleen instelbaar als "Statische IP" is geselecteerd en er geen directe verbinding is met de my-PV Vermogensmeter (nu vervangen door de my-PV WiFi-meter).
Gateway-adres: Alleen instelbaar als "Statische IP" is geselecteerd en er geen directe verbinding is met de my-PV Vermogensmeter (nu vervangen door de my-PV WiFi-meter).
DNS-server: Alleen instelbaar als "Statische IP" is geselecteerd en er geen directe verbinding is met de my-PV Vermogensmeter (nu vervangen door de my-PV WiFi-meter).
Weergavetijd: Het aantal seconden voordat het display uitgaat kan worden ingesteld. Je kunt een waarde kiezen tussen "10" en "250" seconden.
Helderheid scherm: de helderheid van het scherm kan worden ingesteld op 10 niveaus.
Helderheid logo: de helderheid van het my-PV-logo dat op het apparaat wordt verlicht, kan op 10 niveaus worden ingesteld. "0" betekent dat het logo uitgeschakeld is.
Bediening: dit gedeelte wordt gebruikt om de bediening te selecteren. Zie de bijgevoegde snelstartgids of het hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
Ctrl IP: het IP-adres van de signaalbron kan handmatig worden geselecteerd. Dit is bijvoorbeeld nodig als er meerdere compatibele apparaten in het netwerk zijn en een bepaald apparaat als signaalbron moet worden geselecteerd.
Streefwaarde voor de regeling: hier wordt de streefwaarde voor het vermogen op het meetpunt ingesteld. Een negatieve waarde betekent injectie in het net. De standaard richtwaarde is -50 W. Deze parameter kan vrij worden gekozen binnen een bereik van -9999 tot +9999 W.
Bedrijfsmodus: gedetailleerde beschrijving in het hoofdstuk "Bedrijfsmodi".
Taal: naast Duits en Engels zullen er in de toekomst ook andere talen beschikbaar zijn.
Apparaatnummer: Elke AC ELWA 2 is in de fabriek uitgerust met apparaatnummer 1. Hogere apparaatnummers kunnen alleen worden toegewezen in de fabriek. Hogere apparaatnummers kunnen alleen worden toegewezen in de multimodus (zie Speciale instellingsopties in de webinterface).
Instelling max. vermogen Maximaal vermogen: deze instelling beperkt het vermogen van het verwarmingselement. De waarde kan op het display worden ingesteld tussen 17 en 100 procent.
Dit is bijvoorbeeld nodig als andere verbruikers op hetzelfde elektrische circuit als de AC ELWA 2 zijn aangesloten. Dit voorkomt dat de zekering doorbrandt.
Activeringsvertraging: Met deze instelling kun je de uitschakeltijd (Power Timeout) van de AC ELWA 2 aanpassen voor verschillende soorten activering.
Hysterese: Voor warm water kan een schakelhysterese worden ingesteld. Deze zorgen ervoor dat de doeltemperatuur niet wordt overschreden! Zodra de doeltemperatuur is bereikt, kan de waarde echter met de ingestelde waarde dalen voordat het verwarmingsproces opnieuw start.
Maximumtemperatuur warm water (fabrieksinstelling 3,0°C)
Minimumtemperatuur warm water (fabrieksinstelling 3,0 °C)
Controleer of er een nieuwe FW : Deze optie is nog niet beschikbaar in deze firmwareversie.
Als er een nieuwe versie beschikbaar is, verschijnen de volgende knoppen.
eXXXXXXX Downloaden
Het downloaden kan enkele minuten duren. Onderbreek het proces niet!
eXXXXXXX Installatie
Na de installatie wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart.
ecYYY Downloaden en installeren
Na de installatie wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart.
epZZZ Downloaden en installeren
Na installatie wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart.
Standaardinstellingen :
Fabrieksinstellingen: Als je op de menuoptie drukt, worden de fabrieksinstellingen van AC ELWA 2 hersteld. Alle gewijzigde instellingen van het apparaat worden gewist!
LET OP: Er zijn geen veiligheidsverzoeken meer!
Debugmodus: om besturingsproblemen te analyseren, kan de Debugmodus worden geactiveerd volgens support@my-pv.com.
WLAN-wachtwoord: deze optie kan worden geselecteerd als "WLAN" al is geselecteerd in "Ethernetmodus" (volgende menuoptie).
Er wordt automatisch gezocht naar beschikbare netwerken. Nadat de selectie is gemaakt, wordt het WLAN-wachtwoord ingevoerd. Gebruik de Shift-toets en de "123?" toets om andere speciale tekens in te voeren.
Ethernetmodus: er zijn drie opties beschikbaar:
Ethernet
De AC ELWA 2 is verbonden met de router via een netwerkkabel. Er verschijnen twee groene pijlen rechtsboven in het beginscherm zodra de verbinding tot stand is gebracht.
WLAN
De AC ELWA 2 is via WLAN verbonden met de router.
Er wordt automatisch gezocht naar beschikbare netwerken. Zodra de selectie is gemaakt, wordt het WLAN-wachtwoord ingevoerd. Gebruik de Shift-toets en de "123 ?" toets om andere speciale tekens in te voeren.
Zodra de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt er een WLAN-symbool rechtsboven in het beginscherm (inclusief de weergave van de signaalsterkte).
WLAN toegangspunt
De AC ELWA 2 kan een toegangspunt instellen waarmee WLAN-compatibele apparaten verbinding kunnen maken.
Het WLAN wachtwoord is: administrator
Het IP-adres van de AC ELWA 2 is: 11.11.11.2
Op het beginscherm verschijnt rechtsboven een WLAN-symbool met de letters "AP".
Tip
Om toegang te krijgen tot de lokale webinterface (HTML-bestand) in installaties zonder internettoegang, moet je deze eerst op je terminal laden: http://www.my-pv.com/download/currentversionget.php
Het IP-zoekveld in de webinterface moet worden ingesteld op het toegangspunt van de AC ELWA 2.
Cloudmodus / verbinding met de cloud :
Als je wilt, heb je ook toegang tot de instellingen van AC ELWA 2 buiten het lokale netwerk. Hiervoor moet je het apparaat registreren met het serienummer en de apparaatsleutel in de my-PV cloud: https://live.my-pv.com/
Open de webpagina en log in of registreer je als nieuwe gebruiker. Als u zich opnieuw registreert, ontvangt u een e-mail met een bevestigingslink. Als de e-mail niet in uw inbox verschijnt, zit deze mogelijk in uw spammap.
Tip
Als u al een gebruikersprofiel hebt van een vorige versie van de my-PV cloud, blijft dit geldig in de nieuwe cloud. Bovendien krijgt u automatisch volledige toegang tot alle apparaten die u eerder hebt geïntegreerd.
Het serienummer en de sleutel van het apparaat vindt u onder Cloudverbinding.
Als de cloudmodus is geactiveerd, kunt u ook een overzicht bekijken van de bedrijfsgegevens die zijn opgenomen nadat het apparaat met de my-PV-gegevenswolk was verbonden.
U kunt gegevensoverdracht activeren onder Cloudmodus.
Gegevensbescherming: informatie over gegevensbeschermingsbepalingen vindt u op www.my-pv.com.
Compatibiliteitsmodus: er zijn drie opties beschikbaar:
AC ELWA 2 (standaard)
Imitatie AC ELWA-E
Als de signaalbron de AC ELWA 2 nog niet kan aansturen, wordt nu een AC ELWA-E geïmiteerd. Het maximale vermogen is daardoor slechts 3kW.
Dit kan van toepassing zijn op signaalbronnen die de uitgang van my-PV definiëren via Modbus TCP!
AC ELWA-E verwarmingselement
Je gebruikt de elektronische eenheid van de AC ELWA 2 op het dompelverwarmingselement van de oude AC ELWA-E. Het maximale vermogen is daarom slechts 3kW. Andere verwarmingsstaven zijn niet toegestaan!
6 Lokale WEB-interface
De lokale webinterface is een enkel HTML-bestand dat na het downloaden lokaal wordt opgeslagen. Internettoegang is dan niet meer nodig.
Er wordt alleen verbinding gemaakt met het apparaat binnen het lokale netwerk, terwijl toegang op afstand alleen mogelijk is via de gegevenswolk.
Tip
TIP: De webinterface biedt veel meer instelmogelijkheden dan het scherm!
6.1 Download de lokale webinterface
Controleer het IP-adres van de AC ELWA 2 in het lokale netwerk. Dit kan direct op het scherm worden afgelezen. Vanaf het beginscherm kun je de statusinformatie opvragen door op de informatieknop (tweede van links) te klikken. Scroll met de pijl naar rechts naar de weergave "IP". Daarnaast zie je vier blokken met getallen, elk gescheiden door een punt. Dit is het IP-adres dat je vervolgens nodig hebt.
Voer het IP-adres van de AC ELWA 2 in de adresregel van je webbrowser in.
Volg de downloadlink (hierboven) en sla het bestand lokaal op, open vervolgens het bestand om toegang te krijgen tot de webinterface. Je kunt de webinterface ook rechtstreeks in je webbrowser openen (link hieronder).
Tip
Om toegang te krijgen tot de lokale webinterface (HTML-bestand) in installaties zonder internettoegang, moet je deze eerst op je terminal laden: https://download.my-pv.com/currentversionget.php
Houd er rekening mee dat de weergave- en instellingsopties kunnen veranderen met de huidige softwareversies.
6.2 Sluit de lokale webinterface aan op AC ELWA 2
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt geopend, moet het IP-adresbereik van het netwerk waarin het zich bevindt worden gedefinieerd. De invoer wordt opgeslagen door de webbrowser, maar het adresbereik kan op elk moment opnieuw worden gedefinieerd via de instellingen en de knopZoekbereik".IP".
Als het IP-adres van het apparaat bekend is, kan deze direct worden ingevoerd via de optie "IP-adres bekend". Het adres kan worden afgelezen in de statusinformatie op het display.
6.3 Start
In de webbrowser biedt de startpagina dezelfde informatie als het startscherm op het scherm.
De afteltimer (10 seconden) naast de homeknop geeft de resterende tijd aan tot de volgende gegevensupdate.
De optie "Apparaatstatus aan/uit" wordt gebruikt om de AC ELWA 2 uit te schakelen.
Een snelle selectie rechtsboven geeft direct toegang tot de webinterface van andere my-PV apparaten in hetzelfde netwerk.
6.3.1 Widgets
Als je op de startpagina bent, is de knop "Dashboard organiseren" beschikbaar onder Instellingen. Hiermee kun je de volgorde van de vensters op de startpagina ("widgets") wijzigen. Om ze te verbergen sleep je gewoon een widget onder de horizontale lijn en druk je op de knop "Opslaan" om de nieuwe lay-out op te slaan.
6.4 Gegevensverzamelaar
De datalogger geeft dezelfde informatie in de webbrowser als de datalogger op het scherm. Waarden en tijdsperioden kunnen worden geselecteerd met de menubalk boven het diagram.
6.5 Statusinformatie
De statusinformatie in de webbrowser bevat meer details dan de informatie op het scherm.
Dit wordt uitgelegd in het gedeelte "Statusinformatie op het scherm".
Deze weergave varieert afhankelijk van de bedrijfsmodus en de toepassing.
6.6 Apparaatinstellingen
De instelopties in de webbrowser zijn uitgebreider dan die op het scherm. Zie de volgende paragraaf, "Speciale instellingsopties in de webinterface".
Een uitleg van de andere algemene instellingen voor het apparaat wordt gegeven in het gedeelte "Algemene instellingen".
Een uitleg van de andere apparaatspecifieke instellingen voor de verschillende bedrijfsmodi wordt gegeven in het hoofdstuk "Bedrijfsmodi".
6.7 Speciale instellingsopties in de webinterface
De volgende apparaatinstellingen zijn alleen beschikbaar in de webinterface en kunnen niet op het scherm worden gemaakt.
6.7.1 Speciale instellingen voor bedrijfsmodus M1 (3,5 kW)
De volgende parameters kunnen in bedrijfsmodus M1 (3,5 kW) worden ingesteld via de webinterface.
AUX-relais bij warmteafgifte activeren: Als deze optie "Aan" is, wordt het AUX-relais gedurende minstens 120 seconden ingeschakeld bij warmteafgifte. Het relais kan zo als potentiaalvrij signaalgever worden gebruikt.
Hiermee kunnen ook kleinere circulatiepompen met een vermogen tot ongeveer 50 watt worden geschakeld.
Tip
Als het verwarmingselement niet direct in de warmteopslag is ingebouwd, maar in een hydraulische bypass, en als de warmteoverdracht moet plaatsvinden via de circulatiepomp, kan een mogelijke menging van de thermische lagen in de opslag worden voorkomen door een mengklep die ertussen is geïnstalleerd.
6.7.2 Speciale instellingen voor bedrijfsmodus M3 (3,5 + 3 kW)
De volgende parameters kunnen worden ingesteld op de webinterface in bedrijfsmodus M3 (3,5 + 3 kW).
Regeltolerantie: deze waarde bepaalt hoe gevoelig het AUX relais is voor veranderingen in het ingestelde vermogen. Het relais wordt gebruikt om het tweede dompelverwarmingstoestel te schakelen.
6.7.3 Tijd van de dag
In Web-Setup kunt u een tijdserver of NTP-server (NTP = Network Time Protocol) definiëren met behulp van een domeinnaam. De regio en locatie kunnen ook worden gedefinieerd op het scherm onder "Tijdzone".
6.7.4 Regelparameters
Dit gedeelte wordt gebruikt om de besturingsmodus voor de AC ELWA 2 te selecteren.
De functie "Interval streefwaarde" zorgt ervoor dat de AC ELWA 2 automatisch de streefwaarde van de regeling verandert in een andere instelbare streefwaarde binnen een instelbaar tijdsinterval en voor een bepaalde duur. Dit zorgt ervoor dat andere toepassingen met overtollige regeling niet worden beroofd van overtollige energie door de my-PV-toepassing.
Dit omvat bijvoorbeeld oplaadstations voor elektrische auto's die noch direct noch indirect verbonden zijn met my-PV. Daarom stelt my-PV -1500W in als de standaard voor de intervaldoelwaarde.
Dit komt overeen met het minimum laadvermogen van veel elektrische auto's. De functie „Blokkeren“ maakt het mogelijk om een tijdvenster te definiëren waarbinnen AC ELWA 2 niet mag werken. In tegenstelling tot de twee tijdsframes voor het veiligstellen van warm water is de overgang naar de volgende dag mogelijk (Startuur is hoger dan Stopuur). Deze functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een bestaande batterij tijd te geven om op te laden en de waterverwarming ondergeschikt te maken.
De functie blokkeert de overschotcontrole, evenals de optionele boost backup. Het is ook van toepassing op het AUX-relais in bedrijfsmodus M3.
De blokkeertijd is niet van toepassing op de optionele boost backup instelling via SELV-relais.
Tip
Als u de AC ELWA 2 als WLAN-toegangspunt instelt (zie hoofdstuk "Algemene instellingen"), kunnen de instellingen voor "Adjustable Modbus RTU" ook zonder netwerktoegang worden uitgevoerd.
Om toegang te krijgen tot de lokale webinterface (HTML-bestand) in installaties zonder internettoegang, download deze vooraf op uw apparaat: https://download.my-pv.com/currentversionget.php
Het IP-zoekbereik in de webinterface moet worden ingesteld voor het toegangspunt van de AC ELWA 2.
Beschrijving van gegevenstypen : | |
---|---|
Int16 | 16-bits gehele waarde, weergave van twee complementen |
Int16-nc | 16-bits geheel getal, weergave van het teken van het bedrag (1e bit = teken) |
Int32 | 32-bits gehele getallen, weergave door twee complementen |
Int32-sw | 32-bits integer waarde, two's complement weergave, woorden uitgewisseld |
Int32-nc | 32-bits gehele getallen, weergave van het teken van het bedrag (1e bit = teken) |
Int32-sw-nc | 32-bits gehele getalswaarde, tekenrepresentatie van de hoeveelheid (1e bit = voorteken), woorden verwisseld |
Float | 32-bits floatwaarde |
Float-sw | 32-bits floatwaarde, woorden verwisseld |
6.7.5 Meetwaarde-instellingen
Optioneel kunnen naast de PV-overschotmeting (zie Regelinstellingen) ook andere vermogens in een systeem worden opgevraagd en gevisualiseerd in de my-PV Cloud. Beschikbare grootheden zijn Vermogen Fotovoltaïek, Vermogen Batterij, Vermogen Laadstation en Vermogen Warmtepomp.
Meetpunt registreren met "my-PV Meter"
Als u de my-PV Meter gebruikt om meetwaarden op te slaan, moet u de ID (serienummer) van het apparaat invoeren. Dit kunt u vinden op het apparaat.
Meetpunt vastleggen door gegevensopvraag van een extern apparaat ("Instelbaar Modbus TCP")
Als de meetwaarden afkomstig zijn van een extern apparaat, zoals bijvoorbeeld van een omvormer of Modbus-meter, dan moeten de benodigde communicatieregisters volgens de beschrijving van de fabrikant worden ingesteld.
Instellen van parameters | Toelichting |
---|---|
Meetwaarde bron | Met "Instelbaar Modbus TCP" wordt het besturingssignaal ontvangen via het netwerk (RJ45, Ethernet)! |
Modbus IP-adres | Voer het IP-adres in van het apparaat waarvan je gegevens wilt ophalen. |
Apparaat-ID/Poort | De apparaat-ID en poort moeten worden ingesteld volgens het externe apparaat. Dit is als een specifieke flat in een groot gebouw. Je vertelt het systeem op welke "deur" het moet kloppen. Voorbeeld: Apparaat ID 1 en poort 502. |
Registreren | Holdingregisters: zijn bedoeld voor het opslaan van informatie die door een gebruiker kan worden gewijzigd, zoals instellingen, configuraties of procesparameters (R/W lezen en schrijven). Ingangsregisters: bevatten gegevens die normaal niet door de gebruiker kunnen worden gewijzigd (R/O Read Only). Deze registers bevatten vaak informatie over de status van een apparaat of proces, zoals sensorgegevens of statusinformatie. |
Meterregister | Hier wordt het totale register (som van het vermogen op alle drie de stroomfasen) van het externe apparaat ingesteld. Als dit relevant is voor het type meetpunt, bijvoorbeeld voor batterijopslag of bidirectionele wandbox, moet het register beide energiestroomrichtingen bevatten! Gegevenstype: Specificeer het formaat waarin het sommatieregister gegevens levert. Beschrijving van de gegevenstypen: Int16: 16-bits integer waarde, two's complement weergave Int16-nc: 16-bits gehele getalswaarde, weergave absolute waarde voorteken (1e bit = voorteken) Int32: 32-bits integer waarde, two's complement weergave Int32-sw: 32-bits integer waarde, two's complement weergave, verwisselde woorden Int32-nc: 32-bits gehele getalswaarde, weergave magnitude-teken (1e bit = teken) Int32-sw-nc: 32-bits integer waarde, weergave magnitude-teken (1e bit = teken), verwisselde woorden Float: 32-bits floatwaarde Float-sw: 32-bits floatwaarde, verwisselde woorden |
Schaalregister Type schaalregister | Als schaling van de gegevens uit het totalenregister nodig is, kun je dat hier instellen. Je kunt kiezen tussen schalen volgens Sunspec, delen "DIV" of vermenigvuldigen "MUL". |
L1/L2/L3 Register L1/L2/L3 Typ Schaalregister Type schaalregister | Als fabrikanten geen totaalregister (som van het vermogen van alle drie de stroomfasen) beschikbaar hebben, kunnen meestal de drie registers voor de afzonderlijke fasen worden opgevraagd. Gegevenstype: Specificeer het formaat waarin de faseregisters gegevens leveren. Beschrijving van de gegevenstypen hierboven. Als schaling van de gegevens uit de faseregisters nodig is, kun je dat hier instellen. Je kunt kiezen tussen schalen volgens Sunspec, delen "DIV" of vermenigvuldigen "MUL". |
Vermogen Fotovoltaïek
Bij het meetpunt "Vermogen Fotovoltaïek" bestaat de mogelijkheid om het my-PV apparaat te blokkeren wanneer de omvormer geen vermogen genereert. De werking voor optionele temperatuurbeveiliging wordt hierdoor niet beïnvloed.
Vermogen Batterij
Bij het meetpunt "Vermogen Batterij" is er daarnaast de mogelijkheid om de SOC (State of Charge) van de batterij en de batterijstatus te raadplegen, voor zover deze informatie door de batterij beschikbaar wordt gesteld.
Vermogen Laadstation
Bij het meetpunt "Vermogen Laadstation" is er daarnaast de mogelijkheid om de SOC (State of Charge) van het voertuig te raadplegen, voor zover deze informatie door de laadstation beschikbaar wordt gesteld.
Indien de besturingsfunctie "Interval-doelwaarde" wordt gebruikt (zie hoofdstuk "Besturingsinstellingen") en ook het meetpunt "Vermogen Laadstation" wordt geraadpleegd, dan bestaat hier de mogelijkheid om een extra duur van de interval-doelwaarde te definiëren. De interval-doelwaarde wordt daarmee om deze extra duur verlengd, voor zover het vermogen bij het laadstation aan het einde van het eerste interval ten minste boven de 500W ligt.V
Het positieve effect is dat de tijd die het regelsysteem nodig heeft om de hogere streefwaarde te bereiken, aanzienlijk kan worden verkort. De terugkeer naar de oorspronkelijke doelwaarde is sneller, wat opnieuw een hoger schoon verbruik garandeert.
6.7.6 EV Functie
Deze optie is nog niet beschikbaar in deze firmwareversie.
6.7.7 Meerdere apparaten (multimodus)
Meerdere AC ELWA 2, AC ELWA-E, AC•THOR of AC•THOR 9s kunnen worden gebruikt in een netwerk. De werking is gebaseerd op het master/slave principe.
Belangrijkste parameters
Enkel de apparaatnummers moeten worden ingesteld op de master. Alle andere instellingen zijn enkel vereist op de master.
Als er eenmaal een toewijzing is gedaan, is er geen invoer meer mogelijk of nodig in de besturingsparameters. Het veld IP-adres wordt gedeactiveerd en "Slave" verschijnt in het veld Type besturing.
Na het zoeken van een apparaat in de snelselectie rechtsboven verschijnt de slave met het ingestelde nummer. Je kunt hier schakelen tussen apparaten.
Hoofdinstellingen
De volgende weergave verschijnt alleen in Setup voor apparaten met apparaatnummer 1 (=Master):
Om de instellingen van verschillende apparaten op de master aan te passen, moet je eerst kiezen tussen synchrone belasting en gestratificeerde belasting. Bij synchrone lading wordt het vermogen gelijkmatig verdeeld tussen de master en zijn slaves. Bij gestratificeerde lading worden de apparaten na elkaar aangestuurd volgens hun aantal, telkens tot de ingestelde doeltemperatuur bereikt is.
Zodra je een keuze hebt gemaakt, start je "Secondary controller search" en activeer je de gewenste apparaten. Sla vervolgens de instelling op.
6.7.8 API
Dit menu-item verschijnt alleen in de apparaatinstellingen in de my-PV Cloud, niet in de lokale webinterface! Hiervoor is het absoluut noodzakelijk dat het apparaat een actieve internetverbinding heeft en dat de 'Cloud-modus' is ingeschakeld.
De my-PV API maakt het mogelijk via een internetgebaseerde interface (https) actuele bedrijfsgegevens op te vragen en wijzigingen in de configuratie aan te brengen. Vermogen kan voor de in het verzoek opgegeven duur worden gespecificeerd.
In het menu-item 'API' kan een toegangstoken worden gegenereerd. In combinatie met het 16-cijferige serienummer van het apparaat kan met dit token toegang worden verkregen tot de eindpunten van de API. Dit token wordt slechts één keer weergegeven in de my-PV Cloud, noteer dit dus. Indien nodig kunt u op elk moment een nieuw token genereren.
De volledige documentatie van de API (Swagger-documentatie) is te vinden op: api.my-pv.com
6.7.9 Softwareversie
Gebruik de knop "Controleren op updates" om te controleren of er een recentere versie van de firmware beschikbaar is. Zo ja, dan verschijnt het nummer van de meest recente versie naast het nummer van de momenteel geïnstalleerde versie.
De knop "Software downloaden" start het downloaden van de meest recente firmware (status: download actief).
De knop "Software bijwerken" start de installatie.
Het my-PV logo op het apparaat knippert met korte tussenpozen wanneer eXXXXXX wordt geïnstalleerd.
Tijdens de installatie van ecYYY en epZZZ toont een scherm de voortgang van de installatie.
7 my-PV logosignaal
1x flashu: Als het my-PV-logo continu knippert, is het apparaat klaar voor een firmware-update via een WLAN-toegangspunt.